Toen Vincent van Gogh in 1888 Parijs verliet, was hij uitgeput van het stadsleven. De Nederlandse post-impressionist reisde naar het zuiden van Frankrijk, in de hoop rust te vinden. De twee onstuimige jaren die volgden, bleken echter enkele van de meest productieve in zijn carrière te zijn, waarin hij honderden adembenemende schilderijen creëerde.
In de National Gallery in Londen opent een grootse tentoonstelling met de titel “Van Gogh: Dichters en Geliefden”. Deze tentoonstelling belicht Van Gogh’s creatieve periode tussen 1888 en 1890. Tijdens deze jaren verhuisde hij tussen verschillende woningen in Arles en een psychiatrisch ziekenhuis in Saint-Rémy, waar hij experimenteerde met gedurfde kleuren en nieuwe technieken. In juli 1890 pleegde hij tragisch genoeg zelfmoord.
Gedurende zijn tijd in Zuid-Frankrijk ontwikkelde Van Gogh een stijl die zijn latere werken zou definiëren. Terwijl hij in Arles verbleef, schilderde hij enkele van zijn meest iconische stukken, waaronder “De Sterrennacht” en “De Zonnebloemen”. Ondanks de innerlijke worstelingen waarmee hij geconfronteerd werd, wist hij een unieke manier van schilderen te creëren die de kunstwereld voorgoed zou veranderen.
Deze tentoonstelling in Londen biedt een intieme blik op Van Gogh’s artistieke reis en benadrukt zijn gebruik van intense kleuren en levendige penseelstreken die zijn emotionele toestand weerspiegelden. Het belicht ook de poëtische aard van zijn werk en zijn diepe liefde voor het landschap en de natuur. De schilderijen uit deze periode behoren nu tot de meest waardevolle en erkende in de kunstgeschiedenis.