De kunstwereld bevindt zich in een spagaat. Terwijl musea bezoekers uitdagen met complexe, introspectieve tentoonstellingen, verkeert de commerciële kunstmarkt in een diepe crisis. De recente solotentoonstelling van de Koreaanse kunstenaar Lee Bul in het Leeum Museum en de golf van sluitingen van topgalerijen wereldwijd lijken twee verschillende werelden, maar samen vertellen ze een fascinerend verhaal over de waarde en de kwetsbaarheid van hedendaagse kunst.
Een Uitnodiging tot Kijken
Wie recentelijk de spraakmakende exposities van Ron Mueck of Maurizio Cattelan in Zuid-Korea bezocht, werd getrakteerd op een directe, zintuiglijke ervaring. Mueck’s overdreven realistische sculpturen bieden een visueel spektakel dat weinig uitleg behoeft. Cattelan’s aan de muur getapete banaan werd een wereldwijde meme, een meesterwerk van directe humor en media-provocatie. Beide kunstenaars boeien het grote publiek met een onmiddellijke, krachtige beeldtaal.
De tentoonstelling van Lee Bul, die begin september in het Leeum van start ging, biedt een radicaal andere ervaring: die van desoriëntatie. Vanaf het moment dat de bezoeker onder een gigantisch luchtschip door de entree betreedt, wordt hij geconfronteerd met vervreemdende constructies, schijnbaar willekeurig verspreide spiegelscherven en gelaagde schilderijen van parelmoer en acryl die een onwerkelijk licht uitstralen. De eerste gedachte bij velen zal zijn: “Wat is dit, en hoe moet ik hiernaar kijken?” Juist in het overstijgen van deze verwarring ligt de sleutel tot het waarderen van haar werk. Deze initiële verbazing is geen barrière, maar juist een uitnodiging om stil te staan bij hoe we hedendaagse kunst ervaren.
Drie Perspectieven op Moderne Kunst
De vraag “hoe kijk je?” is niet nieuw. Al in 1917 zette Marcel Duchamp de kunstwereld op zijn kop door een urinoir te signeren en het Fontein
te noemen. Critici en denkers buigen zich sindsdien over de vraag hoe we kunst moeten benaderen. Drie boeken bieden hiervoor een bruikbaar kader. Michael Findlay stelt in The Value of Art dat de waarde van kunst niet in de prijs ligt, maar in de unieke, persoonlijke ervaring van de toeschouwer. John Berger betoogt in Ways of Seeing dat onze blik wordt gevormd door wat we weten en geloven; we moeten onze aangeleerde kijkpatronen actief in twijfel trekken. Ossian Ward, ten slotte, reikt in Ways of Looking een praktische methode aan: benader kunst zonder vooroordelen, neem de tijd, zoek naar associaties, verdiep je in de achtergrond, en vorm dan pas een persoonlijk oordeel. Deze benaderingen transformeren de verwarring van Lee Bul’s werk in een kans voor een rijke, persoonlijke ontdekkingstocht.
De Spiegel als Confrontatie
Een centraal element in de tentoonstelling van Lee Bul is haar gebruik van spiegels. Ze bouwt labyrintische installaties van onregelmatig samengevoegde spiegelstukken. Wanneer je als bezoeker deze ruimte betreedt, zie je je eigen gefragmenteerde beeltenis eindeloos vermenigvuldigd. De blik in de spiegel is de blik van jezelf, de toeschouwer. Het is een duizelingwekkende maar ook intieme ervaring, een confrontatie met een onbekende versie van jezelf in een lege ruimte.
Een IJstijd in de Internationale Kunstwereld
Terwijl bezoekers in het museum worstelen met de betekenis van kunst, wordt de industrie die deze kunstenaars ondersteunt geconfronteerd met een ongekende crisis. De afgelopen maanden sloten wereldberoemde galerieën de deuren. Clearing, een grote speler met vestigingen in New York en Los Angeles en een jaaromzet van 15 miljoen dollar, staakte na veertien jaar plotseling zijn activiteiten. Oprichter Olivier Babin verwees naar stijgende kosten en een krimpende markt, met de woorden: “Er is geen weg vooruit.”
Dit is geen incident. Ook Blum, de toonaangevende galerie in Los Angeles die kunstenaars als Lee Ufan en Yoshitomo Nara vertegenwoordigde, kondigde de sluiting van haar vestigingen in LA, New York en Tokio aan. Mede-oprichter Tim Blum verklaarde dat het systeem van almaar uitdijende kunstbeurzen en galerie-expansies niet langer houdbaar is in de huidige verslechterde markt. Talloze andere galerieën in New York en Londen, zoals Venus Over Manhattan, Marlborough Gallery en Simon Lee, volgden. In de kunstwereld wordt zelfs gesproken over het einde van het traditionele galeriemodel. Zelfs de megagalerieën reorganiseren; achter de schermen vinden stille ontslagrondes plaats, ook op managementniveau.
Stagnerende Veilingen en een Nieuwe Strategie
De krimp is ook voelbaar op de veilingmarkt, een belangrijke barometer voor de sector. De totale omzet van de ‘Grote Drie’ – Christie’s, Sotheby’s en Phillips – daalde in de eerste helft van dit jaar met 9% ten opzichte van vorig jaar. De verkoop van topstukken boven de 10 miljoen dollar kelderde zelfs met 43,4%, het laagste niveau in tien jaar. Verzamelaars met een negatieve marktverwachting houden hun beste werken vast, waardoor een vicieuze cirkel van aanbodtekort en krimpende veilingen ontstaat.
Sotheby’s, het 280 jaar oude veilinghuis, kampt met een enorme schuldenlast, heeft fors moeten snijden in het personeelsbestand en verkocht een aandeel van een miljard dollar aan een staatsinvesteringsfonds uit Abu Dhabi. Als reactie op de crisis verleggen de grote spelers hun focus. Kunstbeurzen, die kampen met hevige concurrentie, richten hun pijlen op nieuwe markten. Na een golf van nieuwe beurzen in Azië is nu het Midden-Oosten de volgende bestemming. Art Basel, de grootste kunstbeurs ter wereld, lanceert in februari Art Basel Qatar. De strategie is hier niet schaalgrootte, maar exclusiviteit. Waar de beurs in Bazel bijna 300 galerieën telt, zullen in Qatar slechts 50 zorgvuldig geselecteerde partijen deelnemen. De boodschap is duidelijk: de weg uit de crisis loopt via een geconcentreerde verkoop van peperdure kunst aan de superrijken in het Midden-Oosten.